Therapie bij baby’s en kinderen

Therapie bij pasgeborenen en jonge kinderen vraagt een grote fijngevoeligheid van de behandelend therapeut. Deze kinderen dragen allemaal op hun eigen manier een verhaal in zich mee. Hun ouders doen vaak vreselijk hun best om ze te troosten, maar alle goedbedoelde zorg biedt vaak maar tijdelijke rust.

Veel voorkomende indicaties zijn: slecht slapen, veel huilen, maag-darmklachten, reflux, voorkeurshouding, allergie, KISS, hoofdpijn, angsten, concentratieproblemen, driftbuien, ADHD, PDD-NOS, hoge sensitiviteit, vermoeidheid of vaak ziek zijn.

Het is de kunst om via de verhalen van ouders en direct contact met het kindje in verbinding te komen met het verhaal achter het symptoom of de symptomen. Daarvoor maak ik gebruik van alle methodieken uit mijn therapeutische gereedschapskoffer.

Ouders die een afspraak maken met hun kindje worden gevraagd voor die tijd een levensloop te mailen van hun zoon/dochter. Tijdens het consult nodig ik het kindje uit op mijn behandeltafel met de ouders aan zijn of haar zij. Ik maak contact met het fasciale systeem (bindweefselsysteem) in het lijfje. Vanuit dit geheel aan informatie begint het verhaal zich te vertellen.

Op het moment dat ik een spanning of reactie in een kind tegenkom die ik niet kan plaatsen, adviseer ik eerst om een afspraak te maken bij de huisarts of kinderarts.

Voorbeelden uit de praktijk

  • Je staat op het punt geboren te worden. Enorme golven van druk duwen je een nauw kanaal in. Plotseling loop je daarin vast. De druk blijft, maar kan niet omgezet worden in beweging. Al die enorme krachten werken op je in. Je wordt angstig, je hartslag stijgt enorm. Uiteindelijk de verlossende ingreep: een pomp zuigt zich vast op je hoofd en trekt je naar buiten. Je bent geboren. Je ouders zijn vreselijk blij. Maar jij kunt je rust niet vinden. Je zit helemaal vol stress.
  • Je ontwikkelt je goed in de buik van je moeder, omringd door warmte en borrelende en kloppende geluiden. Plotseling verandert daar iets in. Een donkere koude triestheid trekt om je heen en op een gegeven moment ook door je heen. Vanaf dat moment is alles anders. Je bent de binding met je moeder kwijt. Haar verdriet om het plotseling overlijden van haar moeder raakt ook jou. De geboorte verloopt enkele maanden later vrij vlot. Je wordt liefdevol ontvangen. Maar je kunt je niet verbinden. Je bent gespannen en onrustig.
  • Je hebt het heerlijk bij je moeder in de buik. Je groeit als kool. De geboorte verloopt volgens het boekje. De eerste weken ben je een hele tevreden en ontspannen baby, maar dit verandert na verloop van tijd. Je wordt steeds onrustiger en overstrekt steeds meer. Je ouders doen vreselijk hun best, maar wat ze ook proberen, ze kunnen je niet echt bereiken.

Alle bovenvermelde kinderen vertonen soortgelijk gedrag, maar de verhalen erachter zijn geheel verschillend en vragen daardoor ook een geheel verschillende aanpak.

  • Het eerste kindje leidt mij bij aanraking, waarin ik luisterend afstemde op zijn fasciale systeem, naar zijn nek en hoofdje. Luisterend voelend op een hele zachte, liefdevolle manier, komt zijn lijfje in beweging. Hij zoekt de houding op van tijdens de geboorte. Ik ondersteun hem daarin. De niet geuite angst komt omhoog. Ik moedig hem aan om het te uiten. Vertel het maar, wij luisteren naar je. Dit is voor ouders vaak heftig. Die doen er alles aan om hun kindje te troosten. Maar dan kan hij deze lading natuurlijk nooit kwijt. Als dit geuit is, komt vervolgens alle energie van elke perswee die hij in zich heeft naar buiten. Energie gaat nooit verloren en dat wat het lichaam heeft geïncorporeerd, komt er op dezelfde manier uit als waarop het erin is gekomen. Het fasciale weefsel krijgt ruimte. Het kindje ontspant.
  • Het tweede kindje draagt een heel ander verhaal in zich, namelijk het verdriet van haar moeder. Bij aanraking kom ik heel veel spanning tegen in haar hele centrale zenuwstelsel en een hard gespannen en opgezet buikje. Deze spanning kan het kindje zelf niet ontladen. Deze draagt zij voor haar moeder. Belangrijk in dit verhaal is dat dit benoemd en erkend wordt. Als dit verdriet terug kan stromen naar de moeder, zodat zij het op haar tijd kan verwerken, wordt het kindje ontlast en kan zich ontspannen.
  • Het derde kindje draagt een systemische belasting in zich. Als ik afstem op het fasciale systeem, dan voel ik dat dit mij niet het lichaampje in trekt, maar er doorheen naar de achtergrond van haar moeder. Belangrijk is dat ik dit met de ouders bespreek. Dan komen er natuurlijk vragen over haar achtergrond omhoog. De moeder van dit meisje is geadopteerd. Zij is opgegroeid in een pleeggezin en heeft de wereld waar ze vanuit haar cellen mee verbonden was, haar biologische ouders, buiten zich gesloten. Alleen al het benoemen van deze achtergrond gaf in het kindje een ontspanning. De volgende sessie heb ik de ouders uitgenodigd om met mij een familieopstelling te maken, zodat ze meer zicht konden krijgen over de krachtenvelden waar hun kindje in verstrikt zat. En ze hebben kunnen ervaren wat er nodig was om haar daaruit te bevrijden.

Ik hoop dat je enigszins een indruk hebt gekregen van de manier waarop wij naar kinderen kijken en hulp bieden.